Op 16-jarige leeftijd ging Herman Scholten naar het Amsterdamse Instituut voor Kunstnijverheidonderwijs (IvKNO), tegenwoordig de Gerrit Rietveld Academie. Al gauw koos hij voor de weefwerkplaats. Het onderwijs was er gestoeld op de principes van de beroemde Duitse ontwerpschool het Bauhaus. Twee oud-Bauhausleerlingen, Kitty van der Mijll Dekker en Grete Neter-Kähler, gaven er les. Zij benadrukten het experimenteren met de basisingrediënten van het weven - materiaal en binding. Deze manier van werken vanuit de grondbeginselen, gekoppeld aan een geometrische vormgeving, legde een degelijk fundament voor het oeuvre van Scholten.
De school zou nog veel meer voor hem gaan betekenen: hij zou er zelf vele jaren les geven en ontmoette er zijn toekomstige vrouw Desirée van de Rivière. Na hun studie begonnen ze samen een atelier in Amsterdam.